Bestuur

Benieuwd naar het bestuur van VVR?

Lees verder

De oprichters

De mensen die de vereniging opgericht hebben, vormden ook het eerste bestuur; Geert Mensing (voorzitter), Irene Matthaei (penningmeester), Wim Canton (secretaris), Rolf Sterk en Britta van Toorn. Daarna zijn er in de loop van de jaren met enige regelmaat wisseling van bestuursleden geweest. Bij de laatste bestuurswisseling in 2020 werden Coen van Gestel (voorzitter), Britta van Toorn (secretaris), Ruud Lemmens (penningmeester) en Wim Canton opgevolgd door Ben Blansjaar (voorzitter), Gemma Fiddelers (secretaris en penningmeester) en Joseph de Man. Harm Scharft bleef in het bestuur voor een nieuwe termijn. 

Het bestuur

Ben Blansjaar (1956), psychiater

Na mijn artsexamen in 1981 en opleidingen neurologie en psychiatrie in het Academisch Ziekenhuis Leiden, in APZ Bloemendaal en bij de GG en GD Den Haag werd ik op 1 april 1986 ingeschreven als psychiater. Naast en na mijn specialisatie psychiatrie heb ik psychotherapie- en managementopleidingen gevolgd.

Na mijn basisopleiding psychiatrie werkte ik van 1984 tot 1990 als achterwacht voor de acute dienst van de RIAGG Delft /Westland.  Na mijn inschrijving als psychiater werkte ik van 1986 tot 1990 voor de afdelingen sociale psychiatrie en ouderenpsychiatrie van de RIAGG Westhage en als onderzoekscoördinator voor de GG en GD Den Haag.

Van 1990 tot 2009 werkte ik bij het St. Joris Gasthuis in Delft, later GGZ Delfland, als clinicus en opleider psychiatrie, met nevenfuncties in en buiten de instelling, onder andere consulentschappen ouderenpsychiatrie en commissie- en bestuurswerk voor de NVvP, NWO en de VCgP, later VPeP, van 2004 tot 2008 als voorzitter.

Lees meer over Ben

In het rapporteren pro justitia heb ik me vanaf 1991 verdiept, om het als opleider te kunnen superviseren. Het is me sindsdien blijven boeien.  Van 2019 tot 2021 heb ik als auteur en redacteur meegeschreven aan de tweede herziene editie van het handboek “Stoornis en delict”, dat in april 2021 is verschenen.

Sinds 2009 werk ik als zelfstandig psychiater/psychotherapeut, eerst vooral ad interim als clinicus en organisatieadviseur, de laatste jaren vrijwel alleen als rapporteur pro justitia.

In het bestuur van de VVR wil ik de belangen van de rapporteurs behartigen, naast onze arbeidsvoorwaarden ook onze onafhankelijkheid, om ons werk boeiend en aantrekkelijk te houden.

Harm Scharft (1972), psycholoog

In 1997 ben ik begonnen met werken bij Adviesbureau Kemperman en via deze baan de forensische sector ingerold. In 2008 ben ik in het gevangeniswezen gaan werken en heb daar ook de opleiding tot GZ-psycholoog afgerond. Ik heb in meerdere PI’s gewerkt en met verschillende doelgroepen (Huis van Bewaring, gevangenis, vreemdelingen in het strafrecht en gedetineerden met een ISD maatregel). 

Lees meer over Harm

Later heb ik de opleiding tot cognitief gedragstherapeut VGCt afgerond. Sinds 2017 werk ik bij de AFPN in Assen. Dit is een forensische polikliniek van de GGZ Drenthe. Dit werk doe ik drie dagen per week en daarnaast werk ik twee dagen per week als pro justitia rapporteur.  Vanuit mijn ervaring in het gevangeniswezen en de forensische GGZ weet ik hoe belangrijk een Pro Justitia rapportage is. Niet alleen voor de rechtszitting, maar ook voor het opstellen van een traject tijdens en na detentie.

Gemma Fiddelers (1969), GZ-psycholoog

Sinds 1995 ben ik o.a. werkzaam geweest in de jeugd GGZ en als behandelcoördinator bij diverse instellingen voor kind, jeugd en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking. Als 25-jarige ben ik gaan werken als gedragsdeskundige bij de Raad voor de Kinderbescherming op de civiele- en later ook de strafunit. Vanuit die rol maakte ik kennis met het werk van de PJ rapporteur jeugd en wist de FPD (huidige NIFP) mij enthousiast te maken voor de opleiding tot Pro Justitia rapporteur. Sinds 2000 heb ik dit werk gecombineerd met mijn andere werkzaamheden.

Lees meer over Gemma

Iedere zaak is weer een uitdaging en ook al zucht ik soms na het lezen van een enorm dossier en verlang ik soms naar wat minder pittige kost, het blijft een mooie uitdaging een jongere zo goed als mogelijk op papier te zetten zodat de opdrachtgever inzichtelijk krijgt wat allemaal mee speelt bij het ten laste gelegde. Voortdurende bijscholing, intervisie en kennis van actuele ontwikkelingen op het gebied van jeugdzorg en jeugdinterventies is een must. Als rapporteur jeugd is het vanzelfsprekend ouders te betrekken in het onderzoek wat het werk extra afwisselend en boeiend maakt. Omdat het oude bestuur van de VVR zich afgelopen jaren enorm heeft ingespannen en veel heeft bereikt, vind ik het meer dan logisch om nu zelf een steentje bij te dragen.

Joseph de Man, psychiater

Na een opleiding tot neuroloog en psychiater in Utrecht en Den Haag ben ik mij gaan toeleggen op de forensische psychiatrie. Nadat ik in 1988 bij de toenmalige districtspsychiatrische dienst was gaan werken ben ik op 29 januari 1989 beëdigd als deskundige in strafzaken. Tot 2007 ben ik bij het huidige NIFP blijven werken als psychiater, later tevens hoofd van dienst in Den Haag en van 1995 tot 2007 als lid van de directieraad. Ik heb in die tijd zowel volwassenen als jeugdigen gerapporteerd en psychiaters en aios tot rapporteur opgeleid. Na de reorganisatie ben ik op het hoofdkantoor DJI gaan werken als psychiatrisch adviseur. Omdat ik in die laatste functie wel heel veel rapportages heb gelezen maar alleen (buitenmodel) rapporten voor het Joegoslaviëtribunaal heb geschreven ben ik pas in oktober 2019 ingeschreven in het NRGD nadat ik in de jaargang 2016 – 2017 de opleiding nieuwe stijl had doorlopen.

Lees meer over Joseph

Als bestuurslid hoop ik mij te kunnen gaan toeleggen op het instandhouden en zo mogelijk verbeteren van de positie van de rapporteur als zelfstandig beroepsbeoefenaar. Naar mijn mening verdient het waarborgen van de juiste balans tussen professionele verantwoordelijkheid en ambtelijke inkadering van de werkzaamheden van de “pro justitia” rapporteur mijn aandacht. De nadruk dient daarbij mijns inziens te liggen op de verantwoordelijkheid, die de bijzondere betrokkenheid van de rapporteur bij de strafrechtspleging op de individuele rapporteur legt en de gevolgen die deze heeft voor haar of zijn professionaliteit en zelfstandigheid.In de verhoudingen tussen rapporteurs enerzijds en juridische en gedragsdeskundige professionals van het NIFP anderzijds dient naar mijn mening het belang van collegialiteit te worden benadrukt. Een goede verhouding tot zowel de ambtelijke leiding van het NIFP als het NRGD en de staande en zittende magistratuur is daarbij voor het bestuur van de vereniging onontbeerlijk.

Bij de behartiging van de beroepsbelangen van de gedragsdeskundig rapporteurs in strafzaken staan voor mij de genoemde verhoudingen en het belang van de bevordering van de professionele kwaliteit van de door onze leden uitgebrachte adviezen voorop. Ik verheug mij erop met u allen samen te werken.

Wat wensen wij?

Om de belangen van de rapporteurs nu en in de toekomst goed te kunnen behartigen is het belangrijk dat de organisatiegraad zo hoog mogelijk is: met andere woorden, wie nog geen lid is voor de vereniging wordt gevraagd zich alsnog aan te melden!

Meld je aan